Werner Schouten - De grenzen aan de groei zijn in zicht
“Mijlpaal!” schreef Werner Schouten op Linkedin toen de inkt nog maar net droog was van de ondertekende samenwerking met 4 grote netwerkbedrijven. ‘Samen gaan we bij belangrijke besluiten “tellen wat telt”. Inzet van de alliantie is brede welvaart.’
Dat de vier netwerkbedrijven, zijnde Alliander, Stedin, Gasunie en Enexis, als eersten gezamenlijk de nek uitsteken, verbaast Schouten van de Impact Economy Foundation niet. ‘Zij hebben van oudsher al een maatschappelijke functie. Daarnaast zijn zij de eersten in de markt die de schaarste ervaren.’ Zo is Nederland inmiddels op een punt aanbeland dat er overal sprake lijkt te zijn van schaarste, zowel waar het om het aanleggen van het netwerk gaat als dat het om materialen en stikstof gaat.
‘De schaarste vereist scherpe keuzes’
‘Schaarste, zeggen de vier partijen, vereist scherpe keuzes. Daar is een afwegingskader voor nodig, op basis waarvan keuzes worden gemaakt. En dat kan niet meer alleen op basis van financiële waarden’, stelt Schouten. Met verwijzing naar recente uitlatingen van DNB-president Klaas Knot voegt hij eraan toe dat we in Nederland tegen de grenzen van de groei aanlopen. Tevens zei de bankpresident dat we ons geen sectoren meer kunnen veroorloven waar de economische baten niet meer opwegen tegen de maatschappelijke lasten. Schouten is het daar mee eens.
De samenwerking met de vier netwerkbeheerders komt erop neer dat geherdefinieerd wordt wat binnen de organisaties onder waarde wordt verstaan. In de praktijk moet dat resulteren in een huwelijk tussen de afdeling finance, onder leiding van de chief financial officer (CFO), en de afdeling duurzaamheid. Dat betekent volgens Schouten dat impact op dezelfde voet komt te staan als financiële waarde. Een gevolg hiervan is volgens hem dat de CFO een CVO wordt, een chief value officer. Het is dan ook een intrinsieke keuze, die gemaakt is op initiatief van de CFO’s van de vier bedrijven.
Schouten (25) vertelt dat met dit convenant tussen Alliander, Stedin, Gasunie en Enexis de energietransitie ‘beter, impactvoller en duurzamer’ wordt. Dat is volgens hem zowel beter voor het klimaat als voor de biodiversiteit, en het is ook beter voor andere stakeholders in de keten.
Brug slaan naar andere sectoren
De win-win situatie in deze coalitie komt ook doordat de Impact Economy Foundation in samenwerking met Harvard University een framework voor Impact Accounting heeft ontwikkeld, sociale, menselijke en natuurlijke waarde op een gestandaardiseerde manier kan worden gemeten en gerapporteerd. Tegelijkertijd probeert de stichting op deze manier ook een brug te slaan naar andere sectoren. ‘Want voor een impact economie hebben we namelijk nog veel meer impact gedreven organisaties en sectoren nodig.’
De sectorsamenwerking werd bekend gemaakt bij het ingaan van 2024. Dat is niet voor niets: met ingang van dit jaar moeten grote(re) bedrijven voldoen aan de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Deze EU-richtlijn stelt dat bedrijven met ingang van dit jaar verplicht moeten rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Daarbij gaat het over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Concreet betekent dat dat duurzaamheid in alle aspecten van de bedrijfsvoering moet worden geïntegreerd.
Brede welvaart als centraal begrip
‘Concreet houdt dat in dat het geen “tick the box” is, maar dat je als bedrijf echt een transformatie moet maken, en dat je zowel bij nieuwe investeringen als bij procurement scherpe doelen moet stellen en als het om duurzaamheid gaat ook moet nakomen’, aldus Schouten. Het komt er in het geval van de infrabedrijven op neer dat de energietransitie ecologisch en sociaal rechtvaardig vorm wordt gegeven. De “brede welvaart” die ze hiermee beogen, beperkt zich niet alleen tot hun eigen organisaties.
Ze hebben met deze samenwerking de ambitie om brede welvaart tot een centraal begrip in ondernemend Nederland te maken. Werner Schouten is trots op het feit dat de Impact Economy Foundation de coördinatie van deze aangegane samenwerking voor een periode van 4 jaar mag doen.
Tegelijkertijd antwoordt hij zelfkritisch als hem wordt gevraagd of het nog goed kan komen met moeder aarde: ‘ongetwijfeld ligt er nog veel pijn en tegenspoed voor ons. Daar maak ik me geen illusie over. Hoe erg het nu al is, laten de jongste zomers wel zien. Dat is zeer zorgwekkend, maar ik wil niet doemdenken. “Brace oursleves for impact”. Het maakt namelijk echt uit of de temperatuur met 2 graden of met 2,1 graden stijgt. Dat motiveert mij om daar iedere dag voor uit mijn bed te komen, want het is actieve hoop dat mij drijft. ‘