The Rise and Fall of the Neoliberal Order

The rise and fall of the neoliberal order

Gary Gerstle

The rise and fall of the neoliberal order van Gary Gerstle is een eyeopener voor wie wilt begrijpen waarom de opmars van het neoliberalisme onvermijdelijk is geweest. Zo kun je de Reagan-revolutie in de jaren tachtig van de vorige eeuw niet begrijpen zonder de “New Deal” van Franklin D. Roosevelt. 

President Reagan’s verre voorganger breidde de macht van de publieke sector dramatisch uit, beteugelde bedrijfsmonopolies en legde de economische macht ten faveure van de staat aan banden. Maar in het laatste kwart van de 20e eeuw volgde de contra-revolutie. De almacht van de overheid en de krimpende e ruimte voor ondernemerschap, bracht Reagan en Margaret Thatcher in het zadel. Zij maakten  korte metten met de vakbonden en zetten een beleid van liberalisering en deregulering in.

Toen de Sovjet-Unie in de jaren ’90 implodeerde en als mogelijk bestuurlijk alternatief voor het liberalisme verdween, gingen alle remmen los. Zelfs Democratische presidenten als Bill Clinton en Barack Obama bleken neoliberalen te zijn, in de zin dat veel van hun economisch beleid in de kern draaide om het ontketenen van het kapitalisme, met als onderliggende overtuiging dat de markten het inderdaad het beste zouden weten.

Deze Angelsaksische revolutie heeft Europese wortels. Het is de Oostenrijkse school geweest, met Hayek en Ludwig von Mises, die stelde dat als kapitaal, goederen en mensen vrijer over de grenzen konden bewegen, conflicten minder waarschijnlijk zouden zijn. Hun ideeën zijn neergeslagen in instellingen als het IMF en de Wereldbank. Maar inmiddels werken ze niet meer zo goed als lang het geval is geweest. Lage rentevoeten, financialisering en Bush’ eigendomsmaatschappij zorgden voor toenemende inkomens- en kansongelijkheid en dús polarisatie. De economische slinger zoekt nu de weg terug.