Het tij tegen
Herman Tjeenk Willink
Herman Tjeenk Willink, voormalig topambtenaar en minister van Staat, met maar liefst 50 jaar werkervaring in de Haagse kaasstolp, is er niet gerust op. Hij is er niet gerust op dat de democratische rechtsorde in Nederland het stormtij van de veranderingen goed zal doorstaan. Sinds de ontzuiling van de jaren ’60 en ’70 is er sprake geweest van een combinatie van economisering en individualisering van de samenleving en van een overheid die zichzelf als een bedrijf ziet met de burgers als klanten.
Door de dominantie van het neoliberalisme en daarmee van het geld als ijkpunt voor beleid en managementdenken zijn de zekerheden van ‘iedereen is gelijk voor de wet’ en van rechtsbescherming aangetast. Dat geldt ook voor de zekerheid dat de overheid doet wat zij zegt en zegt wat zij doet. Gevolg: er is betonrot in het fundament van vertrouwen dat Nederland tientallen, zo niet honderden jaren heeft gekenschetst als een “high trust society”.
Burgerschap centraal stellen
Tjeenk Willink is er in zijn loopbaan niet moe van geworden in Den Haag te blijven waarschuwen dat een overheid in haar beleid en in haar functioneren moet voldoen aan de eisen van democratie en recht. Maar de voormalige vicevoorzitter van de Raad van State schrijft dat het inhoudelijke debat is gepolitiseerd en dat de partijpolitiek is gepolariseerd. De vluchtwegen zijn doodgelopen. Het is dringend nodig die fundamentele vragen opnieuw te stellen. Daarbij gaat het burgerschap als verbinding tussen individu en samenleving hem het meest aan het hart. Kortom, een boek dat de aandacht van iedere geëngageerde Nederlander verdient.