God, Human, Animal, Machine

God, Human, Animal, Machine

Megan O’Gieblyn

Tijdens het grootste gedeelte van de geschiedenis begrepen wij – mensen – niet waar de wereld om draaide. De Franse filosoof Descartes maakte daar “een einde” aan door een scheiding aan te brengen tussen lichaam en geest. Dat deed hij met de stelling “Ik denk, dus ik ben”. Het betekende de doorbraak voor de rede en de wetenschap, met in het kielzog daarvan de overtuiging dat de mens centraal staat in het aardse leven.

Maar met de opmars van technologie, en vooral van de onbegrijpelijke kunstmatige intelligentie (AI), neemt ons begrip schoksgewijs af. Megan O’Gieblyn, auteur van het fascinerende boek God, Human, Animal, Machine, ziet in de opkomst van AI, de introductie van een nieuw tijdvak. Dat is er één waarin net als ten tijde van de dominantie van het Godsbeeld de ondoorgrondelijkheid van algoritmen wordt geaccepteerd – er is namelijk geen link tussen de intelligentie van AI en de menselijke waarden, laat zij filosoof Nick Bostrom zeggen.

Voor O’Gieblyn levert dat zelfreflectie en dilemma’s op. Centraal daarbij staat voor haar de identiteit van de mens. Want de architecten van het digitale landschap geven niets om de ziel van de mens. Volgens hen is de mens eenvoudigweg te beschrijven in term van waarschijnlijkheden en patronen. De mens is geen persoonlijkheid, de mens is een databundel. Toch houden de tech-utopisten er veel quasi-religieuze wereldbeelden op na, ondanks het feit dat ze collectief zeggen dat ze schatplichtig zijn aan de denkers van de Verlichting, zoals Descartes en Kant.

O’Gieblyn probeert daarin haar weg te vinden. Ze groeide op in een streng christelijk gezin, ging naar de Bijbelschool, maar viel van haar geloof en stortte zich op de rede als geloofsartikel. Inmiddels heeft ze haar twijfel of dat houdbaar is nu  algoritmen net als God even ondoorgrondelijk zijn. Ze behandelt uitgebreid het verhaal van Job, die ondanks allerlei tegenslag en tegenwerking toch vertrouwen blijft houden in God. Hoewel niet meer diepgelovig, houdt Megan O’Gieblyn de hoop en het vertrouwen dat het uiteindelijk ook met de wereld van de algoritmen goed komt.