Afbeelding

Klimaatprotest in Amsterdam, november 2023. Bron: NOS

Klimaatprotest in Amsterdam, november 2023. Bron: NOS 

/ analyse

Trilemma dat als een zwaard boven ons hoofd hangt: klimaat

In het kort: 

  • De wereldgemeenschap beweegt zich naar een nieuw en uitdagend tijdvak.
  • Door de complexiteit van de uitdagingen worden we met steeds meer trilemma’s geconfronteerd.
  • Geen keuzes maken is ook een keuze: het zal tot grotere uitdagingen en hogere kosten leiden.

We bewegen ons naar een nieuw tijdvak. Dat blijkt uit het feit dat de uitdagingen niet langer de complexiteit van dilemma’s hebben, maar van heuse trilemma’s. Dat betekent dat niet langer gekozen moet worden uit twee bezwaarlijke – of zo je wilt gunstige – opties, maar uit drie. En daarvan moeten er dan twee gekozen worden. Het trilemma dat ons nu als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt, is het klimaat.

De wereldgeschiedenis laat vele voorbeelden zien van tijdvakken die plaats hebben moeten maken voor nieuwe. Zelden gaat dat zonder slag of stoot. Neem de ondergang van het Romeinse Rijk, dat gepaard ging met een grote, verwoestende volksverhuizing. Of neem de godsdienstoorlogen die volgden op de Reformatie. Zij konden pas tot een einde worden gebracht, toen de Verlichting, de opkomst van de statengemeenschap en de industriële revolutie zich aandienden.

Nieuwe Copernicaanse revolutie

Nu staan we voor zo’n nieuwe, uitdagende transitieperiode. Of zoals men in de wetenschap zegt: we gaan van een tijdvak van veranderingen naar een verandering van tijdvak. Sommige denkers spreken zelfs van een nieuwe Copernicaanse revolutie. De eerste was het inzicht dat niet de aarde, maar de zon het middelpunt van ons zonnestelsel is. Daarmee maakte de visie van de Griekse wijsgeer Aristoteles plaats voor die van Copernicus – dat was grofweg 1800 jaar later.

Daarna kwam wat de Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant de “Copernicaanse wending” noemde: de te kennen objecten moeten zich conformeren aan de voorwaarden van het subject dat de kennis vergaart. Dat wil zeggen: wij bekijken alles als het ware door een roze bril, die gekleurd is door ons eigen kenvermogen dat werkt binnen zijn eigen aangeboren concepten van ruimte en tijd.

‘Rechtsfilosofie van de aarde’

De mens, die daarmee in het centrum van de aanschouwing kwam te staan, lijkt nu langzaam maar zeker plaats te moeten maken voor de natuur. Te danken is dat aan onder meer een wereldwijde grassroots beweging van deskundigen en inheemse volkeren. Mede onder invloed van theoloog Thomas Berry werd de ‘rechtsfilosofie van de aarde’ geformuleerd. Dat houdt niet alleen een aanpassing van het rechtssysteem in, maar ook een diepere bekering. De tweede Copernicaanse revolutie zou dan ook kunnen zijn dat niet langer de mens centraal staat, maar de natuur. De mens dient bescheidener te worden en te aanvaarden dat hij niet meer is dan deel van die natuur.

De opwarming van de aarde, die gepaard gaat met toenemend natuurgeweld, maakt dat de spanningen in de wereld versneld toenemen. Het dagelijks leven wordt voor veel mensen zwaarder en risicovoller. Zo koerst de wereldgemeenschap nu af op een dubbel zo hoge opwarming van de aarde als bij het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 is afgesproken.

Kloof tussen woorden en daden

Dat blijkt uit de net verschenen nieuwe editie van het Emissions Gap Report. Dat is een jaarlijkse tussenstand die de Verenigde Naties geeft van het wereldwijde klimaatbeleid. Het rapport laat zien dat er sprake is van een kloof tussen woorden en daden. Zonder extra inspanningen is de aarde eind deze eeuw opgewarmd met 3 graden, in plaats van de wereldwijd onderschreven ambitie van de wereldgemeenschap om onder 1,5 graad opwarming te blijven.

Om die doelstelling waar te maken, moet de wereldwijde CO2-uitstoot 40% dalen in 2030 ten opzichte van de situatie nu. Die daling is overigens al wel ingezet,

Groei uitstoot fossiele brandstoffen

 met 5% in 2022. Maar om de langere termijndoelen te halen, zien we ons gesteld voor het bij aanvang van dit stuk benoemde klimaat trilemma. Dat blijkt onder meer uit onderzoek van Just Capital naar de 1.000 grootste Amerikaanse bedrijven.

Zo hebben ondernemingen die zichzelf sterke klimaatdoelen hebben gesteld het afgelopen jaar een verlaging van de Co2-uitstoot behaald. Daarentegen hebben bedrijven die zichzelf niet meer dan een ‘algemene doelstelling’ hebben gesteld van emissieverlaging (-50% in 2045) hun Co2-uitstoot verhoogd. Belangrijk daarbij is dat de uitstoot wereldwijd toeneemt als niet voldoende bedrijven meedoen aan die doelstelling van netto-nul emissies, zo blijkt uit onderzoek van Climate Impact Partners.

Wat tot méér Co2-uitstoot leidt

Punt is dat in 2022 wetenschappelijke doelstellingen het meest populair waren voor bedrijven om aan de klimaatdoelstellingen van Parijs bij te dragen, stelt Just Capital. Maar inmiddels stagneert het commitment van de zogenoemde Fortune Global 500 bedrijven op ongeveer twee derde van het totaal. Met andere woorden: jezelf wetenschappelijke doelen stellen zonder concrete netto-nul plannen leidt niet tot minder, maar juist tot méér Co2-uitstoot.

De klimaatproblematiek is een wereldwijde uitdaging. Om de doelstellingen te halen is het belangrijk dat niet alleen alle bedrijven, maar ook alle landen met (relatief) hoge C02-uitstoot vergaande successen boeken in de bestrijding ervan. Dat kan alleen als deze opkomende landen (zoals India, Mexico, Indonesië en Zuid-Afrika) steun krijgen van het Westen, zoals eind deze maand besproken wordt op de VN-klimaattop in Dubai. Met technologische ondersteuning zouden zij per 2030 90% van de klimaatdoelen kunnen halen.

Maar ook in het Westen zelf, en zeker ook in Nederland, staan we voor geweldige uitdagingen. Om rampspoed af te wenden, is een ongekende economische, sociale en politieke transformatie nodig. Eén van de gevolgen kan zijn dat de kosten en de opbrengsten van die inspanningen ongelijk verdeeld worden over mensen, bedrijven, regio’s en landen. Het is een waarschuwing die het IMF heeft uitgewerkt in zijn zojuist gepubliceerde studie Climate Crossroads: Fiscal policies in a Warming World.

Zo zal de staatsschuld als percentage van het bruto binnenlands product jaarlijks met 1 procent toenemen in de periode 2023- 2028. Dat komt doordat regeringen omvangrijke uitgaven (moeten) doen in publieke investeringen en in subsidies voor hernieuwbare energie. Het IMF denkt dat hierdoor de staatsschuld voor een middelgroot land de komende jaren met 45 tot 50 procent van het BBP kan stijgen.

In de verkiezingsstrijd van de afgelopen weken was daar in Nederland veel consternatie over. Maar het alternatief is beslist niet aantrekkelijker: een opwarmende aarde, met meer CO2-uitstoot, een stijgende zeespiegel, en afnemende biodiversiteit. Per definitie gaat dat met stijgende kosten en risico’s gepaard.

Nieuw trilemma

De economen van het IMF pleiten voor (uitbreiding van) CO2-heffingen, wat zowel de uitstoot kan verlagen als de schuldaccumulatie kan drukken. Maar C02-heffingen zijn impopulair, zodat een nieuw trilemma zich in vrijwel alle landen van de wereld opdringt. Dat trilemma bestaat uit het behalen van zowel de klimaatdoelen en fiscale houdbaarheid als het behoud van politiek draagvlak.

Trilemma (bron: IMF)

Het Fonds vindt dat ieder land in deze grote, existentiële uitdagingen zijn eigen beleidsmix moet kiezen, maar dat het beprijzen van CO2-uitstoot er deel van dient uit te maken. Maar voldoende is dat niet. Ook zelf-financierende systemen van vergoedingen en kortingen, groene subsidies en gestandaardiseerde regels moeten er deel van uitmaken, evenals fiscale ondersteuning voor kwetsbare personen en families.

Maar daar hangt een prijskaartje aan: de staatsschuld stijgt gemiddeld genomen met 10 tot 15% rond 2050, wat volgens het IMF onder meer noodzakelijk maakt dat met fossiele subsidies – zoals in Nederland – gestopt wordt. Ook moeten de belastinginkomsten worden verhoogd, zo luidt het advies. Met ieder jaar dat dat niet gebeurt, neemt de staatsschuld als percentage van het BBP toe met 0,8 tot 2% per jaar. In de verkiezingsstrijd, die tot vandaag in Nederland is gevoerd, blijkt die stijgende lastendruk uit vrijwel alle programma’s.

Bijdrage bedrijven centraal

Om de klimaatdoelen te halen, speelt het bedrijfsleven een cruciale rol – zonder zijn inzet is geen CO2-neutrale wereld te bereiken. Het IMF is positief gestemd over de bijdrage die ondernemingen kunnen leveren. Dat bewees het jaar 2022 wel, toen de energieprijzen stegen en zij – als gevolg van prijsschokken – zowel de consumptie konden verminderen als de efficiency konden verbeteren. Om bedrijven op dat punt over de hele linie in beweging te krijgen, kunnen fiscale maatregelen zoals subsidies (zie VS) helpen, terwijl ook heldere communicatie van de overheid naar de markt van groot belang is.

Het IMF sluit in dat kader zijn studie af met een heldere aanbeveling: “Climate change is a shared responsibility. No single country is able to solve it alone. Policymakers must accelerate and coordinate their efforts on all fronts to ensure a sustainable and resilient world for future generations.”