Afbeelding

Bosbrand in het Bitterroot National Forest in Montana.

Foto: Bosbrand in het Bitterroot National Forest in Montana. Bron: John McGolcan /Flickr.

/ analyse

Terwijl aarde brandt, vechten economen om de puntkomma

In het kort: 

  • Economen zetten hun kabeljauwse twisten voort: groene groei of postgroei?
  • Ondertussen warmt de aarde op en komen “tipping points” snel naderbij
  • De wereld is een gevaarlijke plek. Hoogste tijd voor realiteitszin en pragmatisme

Terwijl veel “tipping points” van het wereldwijde ecosysteem ras naderbij komen, zetten de belangrijkste economen van Nederland zich aan de exegese: moet het antwoord op de existentiële crisis groene- of postgroei zijn?

Zo botste het gilde van economen afgelopen week weer eens frontaal op elkaar. Aanleiding: een lezing van Pieter Hasekamp, getiteld “Van investeren én verdelen komt de winst”. De directeur van het Centraal Planbureau sprak voor een bijeenkomst van weekblad EW over de uitdagingen waar Nederland voor staat. Er was op het pleidooi van innoveren, investeren en verdelen niet zoveel aan te merken. Het was een beschaafd pleidooi van één van de belangrijkste adviseurs van de regering.

Maar zoals Frank Kalshoven van de Argumentatiefabriek zaterdag in De Volkskrant schreef, schoot Hasekamp uit de bocht toen hij de voorstanders van degrowth – ook wel postgroei genoemd – ‘een soort van kaboutersocialisme’ verweet. Daarin schrijft ‘een autoritaire overheid voor welke auto je wel en welke je niet mag rijden’. Dat werkt volgens Hasekamp niet, omdat ‘het ingaat tegen de fundamentele behoefte van de mens om het eigen bestaan te verbeteren en zelf keuzes te maken’.

Consuminderen heeft niets met politieke voorkeur van doen

Over die kwalificatie van ‘kaboutersocialisme’ vielen hele volksstammen. En dat geldt ook voor mij – als niet-socialist. Want degrowth afdoen als het beleidsmenu van de linkse mens is onzinnig. Consuminderen heeft namelijk niets te maken met je politieke voorkeur. Consuminderen is, gelet op het overgewicht van de mens en de overbelasting van de aarde, sowieso verstandig. In balans en harmonie leven met zowel je medemens, als met onze planeet, lijkt mij per definitie het hoogst haalbare dat wij in een mensenleven kunnen bereiken.

Dat we dat sinds de industriële revolutie van de 19e eeuw met afnemende discipline doen, is omdat het narratief door toedoen van de Verlichtingsdenkers is herschreven. Niet langer God – of zo u wilt de natuur – is het epicentrum van ons Zijn, maar de mens. Het is de rede en de wetenschap (Descartes: “Ik denk, dus ik ben”) geweest die ons heeft weggedreven van onze verbondenheid met de wereld om ons heen.

Verlichtingsdenkers onttoverden de wereld

Deze onttovering waarvoor de Duitse socioloog Max Weber al vroeg in de 20e eeuw waarschuwde, werd na 1945 bruusk aangescherpt. Daarin hebben de Verenigde Staten, als overwinnaar van de Tweede Wereldoorlog, een doorslaggevende rol gespeeld. Er werd een narratief geïntroduceerd dat stelde dat consumeren geluk en zingeving brengt. Daarmee werden zowel de politieke belangen van de overheid als de economische belangen van het bedrijfsleven gediend. Kopen, kopen, kopen werd een manier om het volk zijn Brood en Spelen te geven.

Inmiddels heeft de combinatie van extreem doorgevoerd BBP-denken, in combinatie met een groeiende wereldbevolking en schaarse grondstoffen, gemaakt dat we in de zesde uitstervingsgolf van flora en fauna zijn aanbeland. Dat zal ons mensheid ook kunnen treffen, zodat we ons langzaam gewaar worden dat we lang geleden de verkeerde weg zijn ingeslagen. Dat nadeel heeft ook een voordeel: de geesten worden rijp gemaakt voor een tweede Copernicaanse revolutie: niet de mens, maar de aarde is de draaischijf van het leven – net zoals de astronoom  Copernicus, in de 16e eeuw stelde dat niet de aarde maar de zon het centrum van het universum is.

De feiten laten zien wat we eigenlijk al sinds 1972 weten, namelijk dat er “Grenzen aan de groei” zijn, zoals de Club van de Rome in dat jaar schreef. Het is een studie die sindsdien meerdere keren door wetenschappers is herhaald met vergelijkbare of zelfs nog slechtere uitkomsten en resultaten.

“Tipping points” komen naderbij 

Het historische, zeer invloedrijke onderzoek van de Club van Rome heeft – mede – bijgedragen aan het systeemdenken. Eén van de niet-aangevochten inzichten is dat systemen interconnectie kennen, dat wil zeggen: alles hangt met elkaar samen, wat die systemen ook kwetsbaar maken. Zo kan een ecosysteem langdurig CO2 opslaan, zoals de oceanen doen. Zij hebben de afgelopen decennia wel 30 tot 40 procent van de stikstof in de wereld opgeslagen.

Maar op een bepaald moment zitten de buffers vol en dreigen “tipping points” gepasseerd te worden. Gaya Herrington, econometrist en adviseur van de Club van Rome, schrijft daarover inFive Insights for Avoiding Global Collapse: “A tipping point is that moment when a series of small changes has built up to a level where a sudden large movement is set in motion and something in the system permanently changes. The system does not revert to its initial state, even if drivers of the change are fully removed. The buffers that were present in the system might change their behavior.”

Volgens klimaatwetenschappers zijn we van die tipping points niet meer ver verwijderd:  van de negen planetaire grenzen zijn er al de nodige overschreden; één indicatie is dat het zeewater dit jaar warmer is dan voorheen. Dat heeft gevolgen voor dieren en organismen in de oceanen, maar de opwarming van het water is ook slecht voor de mens. ‘Een warmere oceaan kan moeilijker CO2 opnemen. En dat betekent dat er weer meer klimaatverandering is, ook op het land’, verklaarde Erik van Sebille, oceanograaf en klimaatwetenschapper aan de Universiteit van Utrecht, onlangs tegenover de NOS.

Wereldvreemd economendebat

Tegen de achtergrond van die voor de mens existentiële uitdagingen komt de strijd tussen hoog gekwalificeerde professionals om de interpretatie van de wetten van de economie wereldvreemd over. Het verwijt van ‘kaboutersocialisme’ van CPB-baas Hasekamp schoot bij de pleitbezorgers van postgroei, zoals hoofdeconoom Hans Stegeman van de Triodos Bank, dan ook linea recta in het verkeerde keelgat.

Zo schreef Stegeman in reactie op de kritiek dat ‘het inderdaad, buitengewoon kortzichtig zou zijn als degrowth nieuwe technologie zou ontkennen en geen ruimte geeft voor individuele keuzes en het krimpsocialisme zou zijn. Maar dat is een karikaturale weergave.’ Stegeman reageert met de opsomming dat veel economische activiteit schadelijk is en niet welvaart verhogend; dat niet alles kan worden geprijsd; dat het eigen bestaan verbeteren niet uitsluitend is gebaseerd op materiële zaken. Stegeman zegt in dat licht dat er geen bewijs is dat we kunnen doorgroeien zonder ecologische schade, biodiversiteitsverlies, excessief gebruik van grondstoffen en uitputtend land-, bodem-, en watergebruik. Daar is volgens mij, bij de huidige uitdagingen en kennis, weinig op af te dingen.

Hoognodig: realitycheck

Aan de andere kant ben ik ook gevoelig voor de argumenten van degenen die zeggen dat we in een zeer uitdagende en gevaarlijke periode van de wereldgeschiedenis leven. Dat geldt vooral voor Europa, dat de meest open en ook de meest kwetsbare economie in een nieuwe tijd van grootmachtenpolitiek is, zoals de Belgische politicoloog en hoogleraar Jonathan Holslag waarschuwt.

‘We zitten met een samenleving van koopjunkies die maar niet wil afkicken en die consument-burgers worden op hun wenken bediend door een deel van de elite met een boodschap van optimisme en vooruitgang en door grote bedrijven die hun lot meer met China e.d. hebben verbonden dan met ons’, voegt Holslag er in een analyse van eerder dit jaar aan toe.

Concluderend schrijft hij dat we onszelf collectief aan het belazeren zijn in plaats van te zoeken naar de gemene deler tussen duurzaamheid, economie en veiligheid. ‘We putten onszelf uit in discussies, terwijl onze concurrenten alleen maar sneller gaan.’ Het is een waarneming die ik deel: we leven in een tijd waarin realiteitszin van vitaal belang is en we ons dogmatisch- of hokjesdenken allang niet meer kunnen veroorloven. We hebben al onze denkkracht en vermogen tot samenwerking nodig om deze existentiële uitdaging te overwinnen.

Foto: Bosbrand in het Bitterroot National Forest in Montana. Bron: John McGolcan /Flickr.