Afbeelding

Fietsenstalling, Amsterdam. Bron: WonderAlice/ Unsplash.

Fietsenstalling, Amsterdam. Bron: WonderAlice/ Unsplash.

/ analyse

Nederland wordt drukker, grijzer en diverser

In het kort: 

  • Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen: Nederland leeft ver boven zijn grenzen.
  • Een gematigde groei van de bevolking is wenselijk en nodig. 
  • Het land is ‘vol’, maar dat zeggen heeft geen zin, want dat is toch niet te sturen. 

Het Salomonsoordeel is geveld: Nederland leeft ver boven zijn grenzen. Dat is de boodschap van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen aan de politiek.

In de woorden van de commissie zijn er ‘grenzen aan onze leefwijze’. Het is die zin die nagalmt na het lezen van de fascinerende, maar ook verontrustende 400 pagina’s lange studie Gematigde groei. Stip op de horizon hierbij was 2050. Nederland zal dan drukker, grijzer en diverser zijn dan nu het geval is. Het in goede banen leiden van die parallelle ontwikkelingen zet een geweldige druk op zowel de economie en de samenleving als op de infrastructuur en de beschikbare ruimte van ‘dit hele kleine stukje aarde’.

Een werkplan gericht op gematigde groei, dat wil zeggen op relatief bescheiden ambities, is het advies dat de Staatscommissie politiek en regering geeft. Maar dat is nogal een ontnuchterende boodschap voor een land dat zichzelf in de laatste 50 jaar heeft getransformeerd tot de BV Nederland. Daarin ligt de nadruk op efficiency, kostenbeheersing en rendement. Maar dat gaat gepaard met zodanige groeistuipen, dat het advies van “grenzen aan de groei” heel letterlijk genomen moet worden.

Sociale contract onder druk

Zo veroorzaken de intensieve veeteelt, de zware industrie en het massale autogebruik zodanige Co2-uitstoot, dat de natuur en de biodiversiteit er in Nederland zwaar onder lijden. Tevens zorgt de verslaving aan groei voor een tekort aan beschikbare woningen en aan zorg. Hierdoor staat ook het sociale contract tussen staat en volk onder druk: vitale behoeften van burgers zijn niet meer gegarandeerd. Hetzelfde geldt voor het (basis)onderwijs, waar duidelijk wordt dat kinderen steeds minder goed kunnen lezen en schrijven. Op de langere termijn zal dat grote gevolgen kunnen hebben voor de inzetbaarheid van burgers en voor de concurrentiekracht van het bedrijfsleven.

Deze ontnuchterende conclusies zijn het gevolg van een laissez-faire beleid, waarin visie – notabene door de langstzittende premier van dit land – is bestempeld tot een vies woord en prioriteit is gegeven aan de wensen en noden van economie en bedrijfsleven. Gelet op de analyse, de conclusies en de adviezen van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen is de twijfel gerechtvaardigd of regering en overheid nog wel de stuurman zijn op dit water makende schip van staat.

Scenario’s bevolkingsgroei 

Neem de groei van de bevolking. De rekenmeesters van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) schatten de afgelopen decennia de aanwas van de bevolking veel lager in dan de huidige 18 miljoen die hier nu woont en werkt. De Staatscommissie  adviseert een ‘gematigd’ scenario waarin rond 2050 in dit land 19 tot 20 miljoen mensen wonen.

Maar de vader is hier de wens van de gedachte: bevolkingsgroei blijkt uiterst moeizaam te regisseren, zodat in een ‘extreem’ scenario de bevolking in 2050 21 tot 23 miljoen mensen groot is. In dat geval zal vooral de beschikbare ruimte voor wonen, werken en recreatie in Nederland een nijpend probleem worden.

Het derde scenario is een krimp van de bevolking tot 16 à 18 miljoen. Maar ook dat perspectief lonkt niet. Want in dat geval doemen net zo goed grote

bevolkingscijfers

problemen op: namelijk heftige tekorten aan beschikbare (vak)mensen op de arbeidsmarkt, als ook onvoldoende bezetting in het onderwijs en in de zorg. Dat laatste komt doordat in 2050 op iedere gepensioneerde slechts twee werkenden beschikbaar zijn.

Dat vooruitzicht geeft het nieuwe kabinet van mogelijk premier Geert Wilders zowel munitie als zorgen voor scherpe, maar bijzonder moeilijke keuzes: de ontwikkeling is er namelijk één waarin de bevolking krimpt en de (im)migratie fors stijgt. De uitdaging wordt dan ook om de komende decennia een beleid te ontwikkelen dat gericht is op een gematigde groei, waarbij men zich niet overvraagt, zoals de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen dat formuleert.

De uitdaging van brede welvaart 

Het duivelse dilemma, zoals voorzitter Richard van Zwol dat maandag bij de presentatie formuleerde, is er één dat migratie nodig is om Nederland welvarend te houden en dat de economische groei tegelijkertijd ook gematigd moet zijn om de doelstelling van “brede welvaart” te realiseren.

Daar komt nog bij dat het het aantal mensen met een migratie-achtergrond sterk oploopt, zodat het volgens de commissie van vitaal belang is dat migranten zich verbonden voelen en dat zij volwaardig participeren in samenleving en economie. Met de jongste verkiezingsuitslag en de zege van de PVV lijkt ook dat een uitdaging te zijn.

Bevolkingsgroei krimp vs (im)migratie

De commissie gaat ervan uit dat in 2050 26 tot 49 procent van de Nederlandse bevolking uit eerste- en tweedegeneratiemigranten bestaat. Nu is dat 25 procent. Een groei van de bevolking is wenselijk omdat het alternatief, zijnde krimp of stagnatie, de bestaande uitdagingen van vergrijzing en arbeidsmarkttekorten zou vergroten en economische groei zou frustreren.

De commissie adviseert het kabinet dan ook om te werken met zogenoemde ‘streefwaardes’ voor de bevolkingsgroei en daarbij verder vooruit te kijken dan één kabinetsperiode. Een gematigde groei naar 19 of 20 miljoen inwoners richting 2050 zou ideaal zijn, maar om daar te komen moet de politiek snel duidelijke en scherpe keuzes maken. En moet het, niet te vergeten, over visie beschikken.


Grafieken afkomstig van studie Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050.