Afbeelding

Schiphol, Amsterdam.

Luchthaven Schiphol, Amsterdam. 

/ analyse

Klimaatneutraal zijn in 2050? A hell of a job!

Conform de doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs kan Nederland in 2050 volledig klimaatneutraal zijn. Maar dat doel wordt niet of uiterst moeizaam behaald als de meer controversiële maatregelen - zoals CO2-opslag, biobrandstoffen en krimp van de veestapel – worden uitgesteld of uitgesloten. 

Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving aan de hand van dertig doorgerekende routes om Nederland klimaatneutraal te maken, halverwege de 21e eeuw.

‘Het is een enorme opgave. We hebben nog maar 25 jaar om dit voor elkaar te krijgen. Elke vertraging die je je nog veroorlooft, maakt het of enorm duur, of onmogelijk. Het is nu dus vooral doorzetten - de urgentie hebben we afgelopen jaren al gezien,’ zegt PBL-directeur Marko Hekkert tegen de NOS.

Klimaatneutraal-zijn houdt in dat landen netto geen broeikasgassen meer uitstoten, zoals inmiddels een wettelijk doel in Nederland is. Er zijn inmiddels honderd laden die zich tot soortgelijke doelen hebben gecommitteerd. 

De meest kosteneffectieve scenario’s

Het PBL heeft onderzocht welke scenario’s het meest kosteneffectief zijn, tegen relatief kleine veranderingen in productie en consumptie. Er wordt niet uitgegaan van grootschalige gedragsveranderingen. Het moet volgens PBL niet alleen haalbaar, maar ook betaalbaar. zijn.  ‘Het zijn geen astronomische bedragen. Het gaat vooral om een transitie waar we doorheen moeten. Dat vraagt grote investeringen en eerlijke verdeling - maar brengt geen hoge netto kosten’, zegt Bart Strengers, hoofdauteur van het onderzoek. 

Eén van de grote uitdagingen van deze transitie is dat In 2050 drie tot vijf keer zo veel elektriciteit moet worden geproduceerd als nu het geval is. Als dat met de beoogde CO2-neutrale bronnen lukt, dan betekent dat wegverkeer, verwarming en de industrie kunnen stoppen met fossiele brandstoffen. De verwachting is dat behalve zon en wind ook waterstof ontwikkeld wordt om pieken in vraag en aanbod van elektriciteit op te vangen. Het grootste deel van die waterstof zullen we volgens het PBL in Nederland zelf produceren. 

Probleem: scheep- en luchtvaart 

Lastig te elektrificeren zijn twee sectoren, scheepvaart en de luchtvaart. Maar in beginsel is het mogelijk dat de scheepvaart overstapt op biobrandstof of ammoniak, en luchtvaart op biokerosine en synthetische kerosine. Die alternatieve luchtvaartbrandstof moeten we zelf gaan produceren in Nederland. Bij die fabricage komt CO2 vrij en als we die ondergronds opslaan wordt meer CO2 aan de atmosfeer onttrokken dan erbij vrijkomt.

Die negatieve uitstoot zal vervolgens nodig zijn voor de sector die het lastigst te verduurzamen is: de landbouw. Die stoot in Nederland nu 23 miljoen ton broeikasgassen per jaar uit (15% van het totaal), aldus PBL.

Dat zal in 2050 alsnog 9 tot 12 miljoen ton zijn. Daarbij wordt uitgegaan van enige krimp van de veestapel.

‘Het is een enorme opgave’, zegt PBL-directeur Marko Hekkert tegen de NOS. ‘We hebben nog maar 25 jaar om dit voor elkaar te krijgen. Elke vertraging die je je nog veroorlooft, maakt het of enorm duur, of onmogelijk. Het is nu dus vooral doorzetten - de urgentie hebben we afgelopen jaren al gezien.’  

De grootse zorg van PBL-directeur Hekkert is het kortetermijndenken. ’Sommige maatregelen die kunnen helpen om het klimaatdoel voor 2030 te halen (55 procent minder broeikasgassen dan in 1990) kunnen juist leiden tot stagnatie op de lange termijn,’ zegt hij tegenover NOS