Afbeelding

Studentenprotest
/ analyse

Het leenstelsel is in strijd met artikel 1 van de Grondwet

Het tijdperk-Rutte loopt op zijn laatste benen en dat is maar beter ook. De verbeelding en de visie op de toekomst zijn inmiddels ver te zoeken. Daarnaast is de geloofwaardigheid van dit kabinet aangetast door zijn terugkerende gogme om ongedekte rekeningen aan ‘participerende’ burgers door te schuiven. Neem de “pech-generatie”. 

Dat zijn de studenten die in de periode 2015 – 2022 geen basisbeurs meer kregen, maar voor hun levensonderhoud aanspraak konden maken op het leenstelsel. Dat lenen vonden veel studenten spannend, omdat het een lange schaduw zou kunnen leggen over hun (financiële) toekomst.

Maar ‘die zogenaamde leenangst’ was helemaal niet nodig, zo hield toenmalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker (2012 – 2017) de studenten voor. In 2014 had zij bij een demonstratie gezegd dat de studenten zich niet gek moesten laten maken door ‘spookverhalen’, want de voorwaarden waren namelijk gunstig.

Wel, die spookverhalen zijn inmiddels werkelijkheid geworden: vanaf 1 januari gaat de rente – in tegenstelling tot wat langdurig werd gebagatelliseerd – voor een periode van vijf jaar een factor vijf omhoog: van 0,46% naar 2,56%. Voor de groep oud-studenten tussen de 25 en 30 jaar die met het aflossen is begonnen en een gemiddelde studieschuld heeft van 22.900 euro komt dat neer op een  debetrente van 12.000 euro als zij de afbetaling in de maximaal toegestane periode van 35 jaar doet.

Schuldaccumulatie en hogere rente

Een zwaard van Damocles dat de pech-generatie bovendien boven het hoofd hangt dat is dat de rente variabel is. De huidige marktrente ligt namelijk hoger dan de 2,56% die zij vanaf januari over de studieschuld gaat betalen. En het is de vraag of dat komende jaren minder wordt, aangezien er sprake is van hardnekkige inflatie en de schuldaccumulatie in de wereld onbedwingbaar lijkt – een gevolg daarvan kan zijn dat de financiële markten hogere rentevergoedingen zullen eisen, die op enig moment ook de pech-generatie zal bereiken.

Bussemaker (foto) bagatelliseerde indertijd niet alleen de ‘leenangst’, maar hield de studenten ook voor dat het ook maar beperkt tot geen effect zou hebben op het verkrijgen van een eventuele hypotheek. Dat is nog maar de vraag: de studieschuld moet wel degelijk verplicht worden gemeld bij het aanvragen van een hypotheek – die hypotheeklening is momenteel gemiddeld meer dan 321.000 euro hoog, terwijl de gemiddelde verkoopprijs van een bestaande woning in het eerste kwartaal van dit jaar zelfs meer dan 410.000 euro was.

Studieschuld beïnvloedt ook hypotheek

Die studieschuld is dan ook niet meer dan één van de dominostenen waaronder de pech-generatie gebukt gaat. Want als de aankoop van een woning bemoeilijkt wordt door een combinatie van gering aanbod, hoge prijzen en hogere rente dan ben je aangewezen op de huurmarkt. Maar dat is van hetzelfde laken een pak. Gevolg: steeds minder jongeren kunnen tijdens hun studententijd op kamers wonen. Was dat in 2015, bij het begin van het leenstelsel, nog 53%. Nu is dat percentage gedaald tot onder de 44. Voor de zelfstandigheid en de ontwikkeling van jongeren is dat geen goede ontwikkeling.

Om het beeld compleet te maken: als de jongeren hun studie hebben voltooid en de arbeidsmarkt opkomen dan is de eerste baan in veel gevallen een procesmatige baan, als gevolg van de grotendeels gedigitaliseerde wereld. Onder jongeren staan deze banen te boek als Bullshit jobs: dat zijn banen die noch de ambitie noch de intrinsieke motivatie van jongeren voeden.

Gevolg: een massale toename van klachten van bore-out en burn-out onder deze leeftijdscategorie. Die Bullshit jobs en de klachten lijken samen te hangen: 25% van hen zegt zo’n baan te hebben en 1 op de 4 zegt zich in bovengenoemde geestelijke en fysieke klachten te herkennen.

Kabinet komt beloften naar studenten niet na

Een laatste opmerking over het tranendal waar de pech-generatie in is beland. Dat is dat het kabinet-Rutte met de invoering van het leenstelsel zelfs een belofte aan de studenten niet heeft ingelost. Het zei indertijd namelijk dat het geld dat met het leenstelsel zou worden bespaard, in het hoger onderwijs zou worden geïnvesteerd om de kwaliteit ervan te verhogen. Maar die belofte is door het kabinet niet nagekomen. Met andere woorden: het leenstelsel is een bezuinigingsmaatregel geweest en wordt nu zelfs een heus verdienmodel voor de Rijksoverheid.

Is er dan niets te doen tegen de willekeur en het onbehoorlijke bestuur van Rutte c.s.? Jawel, dat is er wel degelijk. Het leenstelsel is namelijk na een korte periode ten grave gedragen. Het werkte simpelweg niet, zo gaf minister Dijkgraaf (foto) van Onderwijs in 2022 bij de herinvoering van de basisbeurs toe. ‘Ik wil  jongeren een goede start en perspectief geven. Studenten in het hoger onderwijs ontvangen straks niet alleen een vast bedrag per maand, zij komen ook eerder in aanmerking voor een aanvullende beurs. Dat is belangrijk, kijkend naar de positie van ouders met middeninkomens.’ Inmiddels krijgen 465.000 studenten weer een basisbeurs.

Schendt Rutte c.s. het gelijkheidsbeginsel niet?

De terugkeer naar het onderwijsbeleid van vóór 2015 maakt duidelijk dat het kabinet feitelijk toegeeft een mislukt en een voor burgers schadelijk beleid te hebben gevoerd. Sterker nog, met de kennis van nu is het gevoerde zwalk-beleid er het bewijs van dat het kabinet de grondwet aan zijn laars heeft gelapt, namelijk dat het zich niet gehouden heeft aan het gelijkheidsbeginsel dat in artikel 1 staat verwoord: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.’

Aan dat beginsel is in het geval van de pech-generatie overduidelijk de hand gelicht: want waarom ‘de jongeren van nu wel een goede start en een perspectief geven’ en de studerende jongeren uit de periode 2015-2022 niet? De nu door de regering aan de pech-generatie voorgestelde tegemoetkoming van 1400 euro is natuurlijk een gotspe. Vroeger, in de tijd dat vertrouwen nog een waarde was waar we ons in Nederland op lieten voorstaan, noemden we dat “een sigaar uit eigen doos”. Want tegenover dat eenmalige douceurtje staat een fors hogere, in rekening gebrachte debetrente.

Tijd voor een rechtsgang?

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en de Landelijke Studenten Vakbond, die studenten in Nederland vertegenwoordigen, doen er wijs aan om naar de rechter te stappen om het kabinetsbeleid in deze principiële zaak te toetsen – als het moet tot aan de Hoge Raad toe.

Put daarbij inspiratie, energie en de kracht uit de uitspraak die het hoogste rechtscollege van het land in december 2021 heeft gedaan. Toen velde zij een vernietigend oordeel na een massabezwaarprocedure tegen de vermogensrendementsheffing, die ten onrechte uitging van een fictief rendement dat burgers op hun spaargeld of vermogen maakten.

De Hoge Raad achtte deze wet in strijd met het Europese Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens, omdat er geen ‘redelijke verhouding bestond tussen de belangen die de wetgever heeft willen dienen en de ongelijkheid die met het stelsel wordt veroorzaakt’. Als gevolg daarvan heeft de Hoge Raad besloten om klager (zijnde een belastingplichtige) te beschermen tegen de geconstateerde schending van zijn fundamentele rechten.

Hoge Raad maakt er vast gehakt van

Het leenstelsel is van hetzelfde laken een pak, en misschien nog wel meer dan dat: het kabinet heeft met dit stelsel het gelijkheidsbeginsel geschonden door een relatief kleine pech-generatie anders te behandelen dan het overgrote deel van de studenten. Het zou mij verbazen als de rechtsgeleerden van de Hoge Raad daar geen gehakt van weten te maken.