Afbeelding

Sabang, Indonesië. Foto: Arti/ Unsplash

Sabang, Indonesië. Foto: Arti/ Unsplash

/ analyse

Europa krijgt nog een morele afrekening gepresenteerd

Bijna geen infographic is zo confronterend als deze: van de totale CO2-uitstoot in de wereld sinds 1750 heeft bijna 80 procent plaatsgevonden tijdens mijn leven en dat van mijn generatiegenoten. Een exceptioneel deel van die uitstoot komt bovendien voor rekening van Europa en de VS. De schade die daarmee is aangericht, zal het Westen zowel ethisch als economisch spoedig worden aangesproken. 

Op de meest recente VN-klimaattop in Bakoe liet het Westen zich andermaal van zijn slechtste kant zien: geen of te weinig financiële hulp is beschikbaar voor ontwikkelingslanden om zich voor te bereiden op de klimaatveranderingen en op de gevolgen die dat heeft voor hun veiligheid. Vooral de vertegenwoordig(st)er van India schoof haar gevoel van belediging niet onder stoelen of banken. 

Helemaal verbazingwekkend is die afwijzende, en vooral ook afvallige houding ook niet: vrijwel alle Westerse landen gaan gebukt onder hun begrotingstekorten en hun staatsschulden. Daar komen nu andere grote kostenposten bij: de transitie naar een CO2-neutrale economie, maar ook de effecten van vergrijzing en afnemende economische groei. 

‘We doen alsof de hele wereld wit Twittert’

In The Global South is daarentegen sprake van een sterke economische en politieke opkomst, die gepaard gaat met emancipatie en zelfbewustzijn. Zo zegt het voortschrijdend inzicht dat veel van de nationale trauma’s terug te voeren zijn op het koloniale verleden. Of, zoals schrijver Adriaan van Dis het eerder dit jaar zei: ‘Het is gewoon zo dat we in een racistisch land leven. We willen het niet horen, maar het is waar. En dat betekent niet dat we ons schuldig moeten voelen. We moeten ons bewust zijn van het feit dat dat het geval is.’

De geschiedenis vertelt daar ontzettend veel over, ook statistisch, zegt Van Dis, terwijl nog geen tien procent van de wereldbevolking wit is. ‘Toch doen we net alsof de hele wereld wit Twittert en wit denkt. Er zijn mensen met een andere kleur met andere ideeën over schoonheid, geschiedenis en rechtvaardigheid, en daar zullen we aan moeten wennen,’ zo verklaarde Van Dis eerder dit jaar in een interview

Slechts essentiële of existentiële uitdaging? 

De transitie van een koolstofrijke naar een CO2-neutrale wereld zet vooral Europa voor grote essentiële, en misschien zelfs wel voor existentiële uitdagingen. Zo zijn door het gas-embargo van Rusland, in antwoord op de oorlog in Oekraïne, de energieprijzen fors verhoogd en is Europa nu afhankelijk geworden van het duurde LNG-gas van de Verenigde Staten en andere landen, zoals Qatar. Mede daarom overwegen veel Europese industriebedrijven om hun productie te verhuizen naar de VS of naar Azië.

Niet alleen als het om olie gaat, ook de strategische metalen als lithium en kobalt, die nodig zijn om een overgang te maken naar op elektriciteit aangedreven auto’s, kunnen op termijn moeilijker te verkrijgen zijn dan men tot dusver (nog) denkt. 

Zo groeit op dit moment in Azië, maar ook in Afrika, het besef dat de energietransitie een onomkeerbaar feit is, alsook dat deze metalen de bloedbanen van de economie zijn geworden, zoals dat ook voor semiconductors geldt.

‘Belast consumptie van CO2-uitstoot’

Thu Ha Chow, hoofd vastrentende waarden bij Robeco in Singapore, denkt dat dit inzicht ertoe zou kunnen leiden dat geopolitieke allianties in de wereld beginnen te verschuiven en veranderen. ‘Ik denk niet dat dit alleen maar positief zal zijn vanuit een geopolitiek perspectief. Het kan negatief zijn als mensen besluiten deze kritieke mineralen te reserveren in plaats van ze te exporteren. Dus het kan zowel negatief als positief zijn voor de energietransitie.,’ vertelde zij eerder in een gesprek met Investment Officer. 

XXXX

Volgens Chow is er een groeiend bewustzijn in opkomende landen dat de exploitatie en de export van deze kritieke mineralen, die naar bedrijven gaan in ontwikkelde landen om hen te helpen met decarbonisatie, het eigen decarbonisatietraject van het exporterende land kan frustreren. De vraag is waar de kosten van CO2-uitstoot uiteindelijk worden verantwoord. Het wordt gezien als een uitstoot van het exporterende land, terwijl het andere land – het importerende land – de voordelen krijgt, namelijk de elektrificatie van mijn groene auto.’ Volgens Chow is dit een praktijk die moet worden bekeken door internationale instanties.

‘Als we een kritisch mineraal winnen om een bedrijf, laten we zeggen in een ontwikkeld land, te helpen elektrische auto’s te maken, wie draagt dan de koolstofkosten? Het wordt beschouwd als een koolstofuitstoot van een exporteur, toch? Zo rekenen we het. In plaats daarvan zouden we moeten denken: “Oké, eigenlijk ben ik mijn groene voertuig aan het elektrificeren, dus ik zou de financiering van bedrijven die de mineralen winnen moeten ondersteunen, en de eindconsumenten zouden een deel van de koolstofkosten moeten dragen die nodig waren om de mineralen te winnen”.’

Op dit moment worden koolstofemissies toegerekend aan productie, niet aan gebruik of consumptie, en daardoor dragen opkomende markten door hun mineralenbronnen en productie de grootste last van koolstofemissies. We moeten financiering verstrekken om hen te helpen de emissies te verminderen, wat niet alleen het decarbonisatietraject van opkomende markten zal helpen, maar ook die van de ontwikkelde markten die deze hulpbronnen gebruiken. Maar omdat we CO2-uitstoot beschouwen op het moment van productie, en niet bij gebruik of consumptie, kan dit de financieringsstroom die deze economieën zou helpen bij het decarboniseren, ontmoedigen,’ vertelt Thu Ha Chow in een gesprek dat ik deze zomer met haar had voor het beleggingsplatform Investment Officer.