Afbeelding

Black Hawk-helikopter. Bron: R. de Reus Verbrugge International

Black Hawk-helikopter. Bron: R. de Reus Verbrugge International / Ministerie van Defensie. 

/ analyse

EU stoomt bevolking klaar voor nieuwe prioriteit: defensie

De Europese Unie wil de komende jaren een grote gemeenschappelijke defensie-industrie opbouwen. ‘We zijn geen militaire alliantie, maar we leven in een nieuwe tijd die vraagt om een gezamenlijk defensiebeleid. Daar hoort een goede defensie-industrie bij.’ Dat verklaarde eurocommissaris Margrethe Vestager voor Mededinging.

Het vandaag in Brussel gepresenteerde plan, getiteld De Europese Defensie Industrie Strategie, stelt dat de lidstaten van de Europese Unie veel intensiever moeten gaan samenwerken op het gebied van defensie. Volgens de Commissie moeten we minder afhankelijk zijn van anderen. 

Opbouw Europese defensie-industrie 

Er wordt naar gestreefd om vanaf 2030 de helft van de defensie-uitgaven binnen Europa te doen, zodat de eigen industrie een boost wordt gegeven. Concreet komt dat neer op een verdubbeling van wat er op dit moment wordt uitgeven in de unie. Vanaf 2035 moet het zelfs 60 procent zijn. Daarnaast wil de Commissie dat de EU-landen in 2030 meer dan 40 procent van hun defensiemateriaal samen inkopen.

De EU-lidstaten zijn op dit moment voor haar defensiemateriaal sterk afhankelijk van landen buiten de EU, zoals met name de Verenigde Staten. Zo is driekwart van de militaire aankopen die sinds 2022 aan Oekraïne zijn geleverd afkomstig van bedrijven buiten de EU.

Weliswaar is sinds de oprichting van de Europese Unie defensie een nationale aangelegenheid, maar zowel de oorlog in de Oekraïne als de toenemende Amerikaanse ergernis om de defensiebijdrage van Europese NAVO-lidstaten die onder de 2% van het bbp blijft, heeft de EU tot inkeer gebracht. ‘We hebben 27 landen met 27 legers, die moeten we bij elkaar brengen’, aldus Josep Borrel, die binnen de Europese Commissie verantwoordelijk is voor het buitenlandbeleid. 

Gezamenlijke inkoop 

De Europese Commissie wil dat lidstaten hun materiaal samen gaan kopen, vooral ook in Europa zelf. Daarnaast moeten de aanbestedingsprocedures worden vereenvoudigd en moeten lidstaten gemakkelijker bij elkaars bestellingen kunnen aansluiten. Ook wordt gestreefd naar een catalogus van Europese militaire producten, waarin landen makkelijk kunnen zien wat er allemaal op de Europese markt te koop is.

Daarnaast moet er meer in de Europese defensie-industrie worden geïnvesteerd. De EU-lidstaten moeten daar geld voor vrijmaken. Ook de Europese Investeringsbank moet meedoen. Van haar wordt verwacht dat zij makkelijker leningen gaat geven aan de defensie-industrie.

De Commissie wil tevens meer industriële reservecapaciteit opbouwen. Bovendien kan bij een tekort aan grondstoffen de productie van defensiematerieel voorrang krijgen. Op die manier zou er beter opgeschaald kunnen worden als de nood hoog is. Dat laatste is een notie die ook uitdrukkelijk wordt genoemd in de zogenoemde „strategische autonomie” van de Europese Raad. 

Aan de basis: strategische autonomie

Strategische autonomie, pijlers. Bron: Rabobank.

Deze strategische autonomie (infographic: Rabobank) houdt het besef in dat de EU als een staat zijn vitale belangen zelfstandig moet kunnen controleren en verdedigen. Zo wordt op dit moment gesteld dat Europa op drie terreinen kwetsbaar is: naast defensie, zijn dat de toegang tot kritieke grondstoffen die nodig zijn voor de transitie naar een Co2-neutrale wereld en de dreigende de-industrialisatie van Europa als gevolg van - onder andere - stijgende energiekosten.  

Voor wat betreft de fragmentatie van het door 27 lidstaten afzonderlijk ingevulde defensiebeleid, stelt Borrell dat er meer samenwerking nodig is. ‘We moeten niet meer uitgeven, we moeten het slimmer uitgeven’, zei de EU-commissaris. Ook wil de Commissie kijken naar de mogelijkheid om geld te gebruiken dat wordt verdiend met Russisch bezit in Europa, bijvoorbeeld de rente over bevroren Russische tegoeden op Europese bankrekeningen.

“Onvoorspelbaar tijdperk”

In januari van dit jaar kwam het thema van gezamenlijke defensie en grotere, noodzakelijke inspanningen in het vizier van de publieke opinie. Dat gebeurde nadat de Nederlandse NAVO-admiraal Rob Bauer op een bijeenkomst in Brussel had verklaard dat niet alleen de legers van de pactlanden maar de hele samenleving zich moet voorbereiden op een “nieuw onvoorspelbaar tijdperk”. 

Bauer riep op tot een “samenlevingsaanpak” die verder gaat dan alleen militaire planning. Publieke en private organisaties moeten hun mentaliteit veranderen omdat de samenleving verandert, zei hij. ‘Van een tijdperk waarin alles planbaar, voorspelbaar, controleerbaar en gericht op efficiëntie was, naar een tijdperk waarin alles op elk moment kan gebeuren. Een tijdperk waarin we het onverwachte moeten verwachten. Om volledig effectief te kunnen zijn, ook in de toekomst, hebben we een oorlogstransformatie van de NAVO nodig.’ 

Inlichtingendiensten in Denemarken en Estland houden rekening met de mogelijkheid dat Rusland binnen 5 tot 10 jaar een aanval opent op (delen van) Europa. 

Van consumptie naar defensiespullen 

Demissionair minister van Defensie Kajsa Ollongren zei onlangs in het programma Nieuwsuur dat we ons moeten gaan voorbereiden op een situatie waarin we veel gaan vragen van de samenleving. Volgens haar moet er een omschakeling plaatsvinden naar een economie die prioriteit geeft aan defensie. Daarbij verwees zij naar Rusland die snel zou omschakelen naar een oorlogseconomie. 

NAVO-admiraal Bauer noemde het recentelijk een ‘reële gedachte dat bepaalde productiecapaciteit niet meer voor consumptiegoederen beschikbaar is, maar wordt ingezet voor defensiespullen. En dat gaat de burger merken.’ Ook oud-NAVO-baas Jaap de Hoop Scheffer zei dat er een “mentaliteitsomslag” nodig is bij het Nederlandse volk en de politiek.