Afbeelding

Edward Hopper, Morning Sun, 1952.

Edward Hopper, Morning Sun, 1952.

/ analyse

De tussenruimte: weten wat er was, maar niet wat er komt

In het kort: 

  • Het heersende narratief van lineaire groei verliest door de klimaatcrisis zijn geloofwaardigheid. 
  • De wetenschap reikt ons een nieuw verhaal aan: in het universum is alles met elkaar verbonden. 
  • De mensheid verblijft in de tussenruimte: we weten wat er was, maar niet wat er komt.

Jaren geleden kochten we een huis, waar we helemaal mee in onze nopjes waren. Toen ik het ondertekende koopcontract bij de verkopende makelaar ging inleveren, kwam ik in de hal de eigenaar tegen. ‘Prachtig huis, heel blij mee! Wel zorgen over het drukke verkeer in de straat,’ zei ik. Hij antwoordde: ‘Dat klopt wel. In de huiskamer kun je niet naar klassieke muziek luisteren.’ Wat er toen met mij gebeurde, was life-changing. 

Ambigue figuur

In een split-second kon ik het gekochte huis niet meer vanuit het oude perspectief zien. Eensklaps was de setting van het pand compleet veranderd. Het ging zoals het gaat als je deze in 1930 ontdekte illustratie van E.G. Boring bekijkt: de eerste indruk is - doorgaans - een jonge vrouw. Maar als je dan langer blijft kijken, verschijnt van het ene op het andere moment een oude vrouw. De jonge vrouw terugzien, is lastig. Onmogelijk is het om beide beelden tegelijk te zien. 

Dergelijke ambigue figuren bewijzen dat niet het netvliesbeeld bepaalt wat we ‘zien’, maar de interpretatie van onze hersenen. Of je bij de eerste aanblik de jonge of de oude vrouw ziet, hangt af van de context waarbinnen die ambigue figuur wordt gepresenteerd.

Wereldbeeld nu ook ambigue geworden

Wat mij indertijd met dat huis overkwam, overkomt mij nu weer: ik kan niet meer op de oude, vertrouwde wijze naar de wereld kijken. Ik zie er niet meer in wat ik er bijna mijn hele leven in gezien heb. Dat was één door de Verlichting ingegeven wereldbeeld - zijnde een mechanisch wereldbeeld van oorzaak en gevolg, van lineaire groei en competitie, maar ook van zowel rationaliteit als chaos. 

Het is het wereld- en mensbeeld dat mij zowel genetisch als opvoedkundig is overgedragen door mijn ouders: “aan hard werken is nog nooit iemand doodgegaan”, “je kunt niemand vertrouwen” en “wat in je kop zit, pakken ze je nooit meer af”. 

Inmiddels geloof ik dat het denken van de Verlichtingsdenkers, met zijn wetenschappelijke revolutie en de opvatting dat achter alle natuurlijke fenomenen een waarneembare fysieke verklaring ligt, niet meer houdbaar is. Het is de waarheid niet. Het is slechts een interpretatie van de werkelijkheid. Zo zie ik de Verlichting steeds meer als een antwoord op de periode van ruim 100 jaar, waarin Europa in de greep was van godsdienstoorlogen, klimaatverandering en hongersnoden. Op basis van die traumatische ervaringen werd een wereld van rationeel denken opgetuigd. 

Universum van levende deeltjes 

Maar inmiddels weten we beter: de quantum mechanica laat steeds overtuigender zien dat het wereldbeeld van oorzaak en gevolg te beperkt is. De nieuwe stroming zegt dat je de wereld uitsluitend kan zien als een universum waar alles met elkaar verbonden is. Zo wordt steeds meer wetenschappelijk bewijs vergaard, waaruit blijkt dat het universum is opgebouwd uit ‘levende deeltjes’ die over duizenden kilometers afstand met elkaar verbonden kunnen zijn - dat wil zeggen dat ze met elkaar kunnen communiceren.

Ook dringt het besef door dat wij met ons op lineaire, en op groei gerichte denken de systemische grenzen van de aarde niet willen accepteren, met als gevolg dat wij het risico nemen kantelpunten te passeren. Maar het systeem is een levende organisatie en zal zichzelf herorganiseren. Het maakt ons langzaam, maar met steeds hogere snelheid en intensiteit duidelijk dat wij - mensen - in ons wereld- en mensbeeld een doodlopende straat zijn ingelopen. Dat betekent ook dat er sprake is van een demasque: ons heersende, boven beschreven narratief blijkt niet aan te sluiten bij de kosmos waarin we leven. 

Het tijdperk van lineair denken en groeien is dan ook voorbij: het is te eenkennig en te traag en het kent niet het aanpassingsvermogen dat nodig is om de uitdagingen van de nieuwe tijd te beantwoorden. Grote stappen zijn niet nodig. We moeten reusachtige stappen maken. Ja, dat moet zelfs in enkele van seconde. En dat kan ook, betoogt bestuurder en impact-investeerder Jenny Elissen in haar boek From Big Ideas to Giant Leaps. 

De wereld heeft volgens haar dan ook behoefte aan kwantumcreatieve concepten, die nieuwe mogelijkheden, om een nieuwe tijd naderbij te brengen. Om dat doel te bewerkstelligen, moeten we de ‘oude’ werkelijkheid loslaten en zonder beperkingen gaan nadenken en fantaseren over een bijna onvoorstelbare perfect world

Tij voor hart, hoofd en buik

Want, zegt Elissen,  met rationeel, lineair denken los je alleen de eenvoudige problemen op en niet de uiterst complexe vraagstukken van onze tijd. Daarvoor heb je nodig dat hoofd, hart en intuïtie samenwerken. Wie dat doet kan kwantumsprongen maken en kan tot grensverleggende oplossingen komen, zoals Boyan Slat die de oceanen plastic vrij wil maken. Hij is één van de in haar boek besproken mensen die met een compleet nieuw ontwerp de oude ontwerpen en ideeën overbodig maakt. 

Volgens Elissen, die eerder leiding gaf aan reclamebureau TBWA, lopen de huidige systemen op hun einde, omdat ze gebaseerd zijn op verouderde aannames en technieken. Er komt volgens haar ook steeds meer spanning tussen ‘ik’ en ‘wij’. We bewegen naar een tijdperk dat om een holistische aanpak vraagt. Daarin moet brainstormen, agile werken en change management plaatsmaken voor meer aandacht voor ons het onderbewustzijn. Daarmee kun je besluiten nemen die werkelijk goed voelen en met een ‘aha-moment’ gepaard gaan. Hierdoor maken bestaande, beperkende realiteiten plaats voor nieuwe waarheden.

Dat denken van Jenny Elissen, alsook van de Nederlandse futuroloog en systeemdenker Anneloes Smitsman - met wie ik beiden een podcast heb gemaakt -, spreekt me aan, al weet en begrijp ik er nog te weinig van. 

De Tussenruimte

Maar duidelijk is dat het heersende narratief, gebaseerd op het denken van de Verlichtingsdenkers, onhoudbaar is. En dat maakt dat we, zoals Ron van Es in zijn podcastserie De Tussenruimte stelt, in een “liminale fase” verblijven; dat wil zeggen dat we in een periode verblijven waarin we weten wat ervoor was, maar we weten niet wat erna komt. We hangen er tussen in. 

We kunnen de jonge vrouw in de tekening niet meer zien, of niet meer accepteren, maar de oude vrouw kunnen we ook nog niet accepteren - en vice versa. Ons brein heeft nog geen keuze gemaakt in dat ambigue beeld. We kunnen niet weten waar de wereld naartoe gaat. Om dat te weten, moeten we eerst loslaten wat we weten. 

De helende werking van de liminale fase

Loslaten van wat er was en hopen en verbeelden van wat er nodig is. Dat is waar we nu zijn en dat is wat Van Es de “liminale fase” noemt. Dat is een periode die ons gemoed belast en onze stemming drukt. Maar we zullen er - als het ware gereinigd - doorheen moeten om de overgang naar een nieuwe samenleving te kunnen maken.

Trouwens, u zult wel benieuwd zijn hoe dat met dat huis is afgelopen. Wel, we hebben van de verkoop afgezien en vonden een aantal maanden later een andere woning. In dat huis wonen we nu al jaren - als kinderen zo blij! 

Beeld: Schets van de Tussenruimte afkomstig van Marco Derksen / adviesbureau Upstream.