Afbeelding

XXX
/ analyse

De natie kraakt, tijd voor een grondwetswijziging

In het kort:

  • AIVD opgepast: laat de goeden niet onder de kwaden lijden.
  • Ook de burgers verliezen toenemend het vertrouwen in de bestuurselite.
  • Een herinrichting van de staat en een grondwetswijziging is gepast.

Een liberale samenleving met een open economie, zoals de Nederlandse, is kwetsbaar als de panelen van de machtsverhoudingen in de wereld beginnen te schuiven. Dat is nu het geval: de unipolaire wereld wordt een multipolaire wereld. De VS, onder wiens vleugels Nederland al meer dan 75 jaar behaaglijk schuilt, vindt China als rivaliserende hegemonie tegenover zich verrijzen.

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) heeft in die strijd der mastodonten al duidelijk partij gekozen: het wijst in zijn jongste jaarrapport China aan als één van de staten die de stabiliteit alsook het economische (en intellectuele) eigendom van Nederland probeert te ondermijnen. Dat geldt overigens ook voor andere bondgenoten van de VS.

Naast de gevaren waarmee China ons land volgens de AIVD zou bedreigen, is er ook de aanhoudende dreiging van jihadisme en van wat een groeiend ‘anti-institutioneel extremisme’ wordt genoemd. Bij dat laatste zou het om mensen gaan – meer dan 100.000, aldus het rapport – die zich hebben verenigd in het geloof dat er sprake is van een ‘kwaadaardige elite’. Het is een elite die de burgers tot slaaf zou willen maken.

De aanhangers van dit ‘anti-institutioneel extremisme’ bestaan volgens de AIVD deels uit complotdenkers en deels uit populisten. Deze populisten stellen de (mis)stand van het land vanwege dat doel ernstiger voor dan deze is. Zij proberen van de verwarring, de angst en het ongenoegen gebruik te maken, zodat ze bij verkiezingen de macht kunnen grijpen. Als het zover is willen zij, zoals al aangekondigd in het parlement, via tribunalen de bokken van de geiten scheiden.

Het gevaar van framen

Toch draagt het framen van de critici en van de (politieke) tegenstanders tot ‘anti-institutioneel extremisme’ een aanzienlijk gevaar in zich. Hierdoor kunnen in het sleepnet van de AIVD ook miljoenen bezorgde burgers als onbedoelde bijvangst worden meegesleurd. Het afkalvende vertrouwen jegens de instituties beperkt zich namelijk echt niet tot de complotdenkers en de politieke tegenstanders van de zittende macht. 

Het is veel breder dan dat – zoals ook blijkt uit het jongste onderzoek Burgerperspectieven van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Maar ook uit de deze week gepubliceerde peiling van Maurice de Hond wordt duidelijk hoe laag de vlag er op dit moment wel niet bij hangt. Als er nu parlementsverkiezingen zouden plaatsvinden, dan zou de VDD de helft van zijn aanhang verliezen tot 17 zetels; de huidige regeringscoalitie zou terugvallen tot een schamele 38 zetels in de Tweede Kamer.

Gewaagd is de conclusie dan ook niet dat het volk zijn leiders steeds minder geloofd. Dat heeft twee redenen. In de eerste plaats is dit open land kwetsbaar als de status quo ter discussie komt te staan, zoals in 1672 in het conflict met Frankrijk en Engeland het geval was en nu met de opkomst van China opnieuw speelt. De tweede reden is dat dit land momenteel krachteloos wordt geregeerd. We stuiteren van de ene crisis in de andere; de oplossingen lijken eerder verderaf te drijven dan dichterbij te komen. De oorzaak is een kabinet dat visie ontbeert, alsook executiekracht en het vermogen tot verbinding.

Het maatschappelijk vertrouwen dat de basis vormt van de historische successen die Nederland als economie en samenleving heeft geboekt, slaat nu bij een aanzienlijk deel van de bevolking om in wantrouwen. Dat is niet vreemd. Je hoeft daarvoor namelijk maar enkele ontwikkelingen in herinnering te roepen: al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw gaat het reële inkomen van werknemers niet meer wezenlijk omhoog. Daarnaast zijn het vooral lobbyisten van bedrijven en NGO’s naar wie volksvertegenwoordigers in Den Haag hun oren laten hangen. En tot slot zijn mensen die aanspraak maakten op toeslagen gediscrimineerd en gecriminaliseerd op basis van algoritmen. Het zijn kafkaëske toestanden van een bureaucratie die voor veel burgers van dit land met zijn regelgeving en controles ondoorgrondelijk en zelfs vijandig is geworden.

Politiek, ga met de burgers in gesprek 

SCP adviseert dan ook dat de politiek zijn bereidheid moet laten zien om het gesprek aan te gaan, om goed te luisteren en om verantwoording af te leggen over de genomen beslissingen. Ook dienen politiek en overheid concrete resultaten te boeken op maatschappelijk belangrijke beleidsterreinen, zoals de woningmarkt, integratie van asielzoekers, stikstofcrisis en de hoge kosten van levensonderhoud. ‘Dat vraagt om samenhangende keuzes en daar verantwoording over afleggen en het vraagt om een manier van werken waarbij rechtvaardigheid, betrouwbaarheid en integriteit in het handelen van de overheid voorop staat’, aldus SCP.

De gespannen relatie tussen de staat en haar burgers heeft vele vaders. Toenemende complexiteit is er één van. Een andere vader van die ontwikkeling is het toenemende individualisme. Dat is pakweg 50 jaar geleden ingezet, gevolgd door de opkomst van het (neo-)liberalisme en de inrichting van economie en samenleving tot eenBV Nederland. In die ordening hebben waarden steeds meer plaatsgemaakt voor belangen. En als het nog wél om waarden gaat, dan draait het veelal om de “economische waarde” van een burger. Die meritocratie-achtige ordening heeft ervoor gezorgd dat de (bestuurs-)elite zich steeds meer losgezongen heeft van de minder bemiddelde of minder met talenten bedeelde medeburgers.  Hierdoor staat de stabiliteit in Nederland ernstig onder druk.

Martin Wolf, de gezaghebbende commentator van de Financial Times, die beslist niet als elite-avers kan worden beschouwd, stelt dat elites een sleutelrol hebben te spelen in de balans tussen een goed werkende economie met kansen voor alle burgers en een democratie waarin iedere burger een gelijkwaardige stem heeft. Maar die balans ligt niet vast – integendeel. Als de elite incompetent is en vooral aan zijn eigen belangen denkt, dan verliest het de steun van het volk. In dat geval ligt de weg open voor de populisten om de anti-elitaire kaart met succes te spelen, schrijft hij in in zijn laatste boek The Crisis of Democratic Capitalism.

Verdedigen van het eigenbelang is manifest

Hoogleraar Transitie Bas van Bavel heeft in zijn boekThe Invisible Hand aan de hand van vier casussen beschreven door welke fasen hegemonieën gaan. In de eerste fase is er sprake van uitwisseling van land, arbeid en kapitaal, met sterke instituties en een hoog maatschappelijk vertrouwen. In de volgende fase maken de positieve effecten van de markteconomie langzaam plaats voor negatieve. Bepaalde groepen in de markt worden dominant. Hierdoor nemen welvaartsverschillen toe en gaat de economische rijkdom van de elite gepaard met politieke macht en het ontstaan van marktmonopolies. Die hegemonieën kalven dan langzaam maar zeker af. De reden is dat het accent steeds meer op behoud in plaats van op vermeerdering van welvaart komt te liggen. Dat patronage, dat verdedigen van eigenbelangen, zie je in de VS, maar ook in het Nederland van nu.

In dat kader heeft de elite een belangrijke morele verantwoordelijkheid in het voorkomen van een scheuring in de samenleving. Rob Riemen, oprichter van het Nexus Instituut, pleit in zijn boek Adel van de geest daarom voor innerlijke vorming. ‘Dat moet leiden tot eerbied: eerbied voor het goddelijke, voor de aarde, voor onze medemensen en op deze wijze voor onze eigen waardigheid’, schrijft hij. In dat kader heeft de elite een grote verantwoordelijkheid. Zij moet zorgdragen voor de instandhouding van de democratie en van de economische ordening die ondernemerschap en innovatie stimuleert, maar ook de minder bedeelden ondersteunt en beschermt.

Tijd voor een herinrichting van de Staat

Pieter Omzigt heeft in zijn Thorbecke-lezing recent een helder, scherp en verontrustend betoog gehouden over de gevaarlijke fase waar dit land doorheen gaat. Hij benoemde 5 problemen. Twee daarvan zijn in het kader van deze beschouwing belangrijk om te noemen: dat is een gebrekkige informatievoorziening aan de Tweede Kamer én aan de samenleving. Daarnaast noemt hij het feit dat je niet naar de rechter kunt stappen als de regering in strijd handelt met de Grondwet. Dat betekent dat er via nationaal recht geen effectieve bescherming van grondrechten af te dwingen is, aldus de volksvertegenwoordiger.

Met andere woorden: burgers kunnen het bestuur nauwelijks controleren. Terwijl, zo stelt Omtzigt, het omgekeerde wel kan: ‘Steeds meer controleert de staat de burger. Dat leidt tot grote ongelukken, zoals bij het toeslagenschandaal. Maar het legt ook de infrastructuur klaar waarmee een regering of een staat de bevolking kan controleren, commanderen en onderdrukken.’

Omzigt bepleit net als Thorbecke in 1848, het jaar dat in de Europese geschiedenis trouwens te boek staat als ‘het revolutiejaar’, een herinrichting van de Staat. Dat is nodig om twee doelen te verwezenlijken: ‘het handelen van de regering moet weer in overeenstemming zijn met de overeengekomen ordening van de Staat. De regering moet effectief verantwoording afleggen en de wetten naleven. Dit zijn een aantal herstelwerkzaamheden, zeg maar gerust achterstallig onderhoud.’

‘Tegelijk’, zo vervolgt hij, ‘moet de inrichting klaar zijn voor het huidige tijdsgewricht. Dat betekent dat we veel zorgvuldiger moeten omgaan met het goedkeuren van verdragen en Europese wetgeving en daar ook vaker nee tegen zullen moeten durven zeggen.’

‘Het betekent ook dat wij onze Staat moeten inrichten voor de 21e eeuw en niet voor de 19e eeuw en dus veel meer rekening zullen moeten houden met nieuwe, zeer vergaande technologie en de kansen en bedreigingen die dat met zich meebrengt’, concludeert Omzigt.

Vertegenwoordigers van de Staat en van de parlementaire democratie moeten de burgers in die transitie voorgaan en daarin – als dragers van de “adel van de geest” – het beste van zichzelf laten zien. Doen ze dat niet, dan zal achter hun rug het wantrouwen en de polarisatie onrustbarende vormen kunnen aannemen.

Schilderij: