Afbeelding

Brandend superjacht tussen Ibiza en Formentera.

Brandend superjacht tussen Ibiza en Formentera, juni 2023

/ analyse

Bestuurselite en critici: het is tijd voor de dialoog!

In het kort:

  • Klimaatcrisis wakkert het vijanddenken en de polarisatie stevig aan.
  • Toezichtseisen maken dat bedrijven soms hun stakeholders vergeten.
  • Hoogste tijd dat moedige, wijze en besluitvaardige mensen de dialoog aangaan.

Advocaat Bénédicte Ficq stond jarenlang boeven juridisch bij. Nu heeft zij het op andere ‘boeven’ gemunt. Dat zijn zij die leidinggeven aan bedrijven die hun oor uitsluitend zouden laten hangen naar aandeelhouders en niet naar de overige stakeholders. Zo’n ‘boef’ is volgens haar de topman van Tata Steel in IJmuiden. ‘Als een directeur trots over zijn oude fabriek durft te spreken als een “ontembaar monster”, mag hij best een gevangenisstraf ondergaan’, oordeelde Ficq. 

Die bittere aanval van de advocaat en milieu-activist in Het Financieele Dagblad onderstreept dat de klimaatproblemen voor steeds meer polarisatie en vijanddenken in Nederland zorgen. Het verbaasde dan ook niet dat Ingrid Thijssen, de voorzitter van werkgeversorganisatie VNO/NCW, naar aanleiding van de aanval op Tata Steel subiet in de pen klom voor een ingezonden stuk. Ze nam het op voor de topman van het bedrijf, Hans van den Berg. Zij schreef: ‘Zo’n bestuurder als mens demoniseren? Néé dus. Voor je het weet ontstaat er een sfeer waarin iemand bereid is tot fysiek geweld tegen een bestuurder in kwestie.’

Existentiële crisis

De aanval van Ficq op de topman van Tata Steel is geen geïsoleerd voorbeeld. De weerstand in de samenleving tegen het neoliberalisme neemt toe. Het ligt nog altijd als heersende ideologie onder het economische model, terwijl het aandeelhoudersdenken in het beursgenoteerde bedrijfsleven onverkort het overheersende denken is.

Maar de ordeningsprincipes voor staat en markt liggen wel toenemend onder vuur. Dat komt doordat zowel de coronacrisis als de hoge inflatie het vertrouwen en de bestaanszekerheid van veel burgers hebben aangetast. En daar komt nu de klimaatcrisis bij, die veel mensen als een existentiële bedreiging zien. Met andere woorden: de opwarming van de aarde begint nu ook de gemoederen van de bevolking te verhitten.

Onbegrijpelijk zijn die oplopende emoties van achterdocht, frustratie en woede niet. Want voor het (beursgenoteerde) bedrijfsleven weegt het eigenbelang zwaarder dan het algemeen belang. Wie de externe communicatie van deze bedrijven volgt zou de indruk kunnen krijgen dat men zijn schouders over de klimaatcrisis ophaalt. Zo berichtte recent het Britse Standard Chartered dat ‘de risico’s van klimaatverandering voor de bank irrelevant zijn’, want slecht 210 miljoen dollar groot, hetgeen niet meer is dan 0,4 procent van de balans.

Dergelijke ongelukkige communicatie verklaart risicomanagement-specialist Henk-Jelle Reitsma uit het feit dat ‘sinds het begin van deze eeuw de financiële dienstverleningssector sterk gereguleerd wordt en gestuurd in termen van strategie en activiteiten. Dit is handig omdat de sector de “echte economie” en het consumentengedrag financiert, twee zaken die moeten veranderen.’

‘Regelgevers’, voegde Reitsma in een commentaar op Linkedin eraan toe, ‘vertellen banken, verzekeraars en vermogensbeheerders om de risico’s van bijvoorbeeld klimaatverandering voor hun bedrijfsmodel, balansen en beleggingsportefeuilles te beoordelen. Deze blijken beperkt te zijn; dankzij diversificatie, gebrek aan gegevens en vereenvoudigde scenario’s. De individuele bedrijven kunnen naar waarheid zeggen dat het idiosyncratische risico beperkt is.’

Volgens de risicomanagement-expert is het beoordelen van een systeem breed en existentieel risico door het aggregeren van individuele risico’s naar balansen niet de juiste weg. We hebben volgens hem een langere termijn- en systeem brede aanpak nodig.

Precies dat is het probleem: de zeer specifieke – vaktechnische en niet zozeer maatschappelijke – eisen die toezichthouders aan beursgenoteerde, onder toezicht gestelde instellingen en bedrijven stellen. Als gevolg hiervan krijgt de buitenstaander de indruk dat bedrijven en managers zich tevreden stellen met een afvink-mentaliteit. Deze voedt in de samenleving de vervreemding, alsook het wantrouwen, de woede en de agressie, zoals ook blijkt uit de niet mis te verstane campagne die Greenpeace heeft ingezet tegen Rabobank: “Stop de smerige sponsorhips”. 

‘De rijke mensen zijn het probleem’

Eén van de gevolgen is dat er steeds meer op de man wordt gespeeld. Zo wordt door critici van het neoliberale denken er met toenemende weerzin op gewezen dat 0,54 procent van de rijkste mensen van de wereldbevolking goed zijn voor 13,7 procent van de lifestyle-gerelateerde Co2-uitstoot. ‘Omgekeerd dragen de 50 procent armste mensen slechts 10 procent hieraan bij’, schrijven de filosofen Arthur en Jarmo Berkhout in hun boek Anti-nihilisme, engagement in de 21ste eeuw. Ze voegen er concluderend aan toe ‘dat mensen niet het probleem zijn, maar rijke mensen. Of preciezer gezegd, de systemen van ongelijkheid waarop hun welvaart berust.’

Onder de rijkste mensen op deze aardbol nemen de zorgen en de angst over die directe vingerwijzingen snel toe. Dat beschrijft tech-journalist Douglas Rushkoff  in  Survival of the Richest. Rushkoff vertelt dat hij – voor een half jaarsalaris – werd uitgenodigd om te komen spreken voor, wat hij dacht, een paar dozijn hedgefondsmanagers. Hij bereidde zich voor op allerlei vragen over technologische ontwikkelingen. Maar tot zijn verrassing werd hij niet naar een congreszaal gebracht, maar naar een boardroom waar hij zitting nam tegenover vijf schatrijke mannen.

De vragen die zij aan Rushkoff stelden hadden niets van doen met de wereld van hedgefondsen of technologie, maar uitsluitend met hun veiligheid en die van hun familie: moet ik kiezen voor ethereum of bitcoin? Kun je met het oog op de aanstaande klimaatcrisis beter naar Nieuw-Zeeland of naar Alaska gaan? En vroeg de topman van een broker, die onder zijn huis een complete bunker had gebouwd, ‘behoud ik mijn autoriteit tegenover mijn veiligheidspersoneel “after the event”?’ Het event was de eufemistische omschrijving van de miljardairs voor de in hun ogen onvermijdelijke klimaatcrisis, of voor sociale onrust, een nucleaire explosie of een pandemie.

Crisis en oplossing gaan achter ESG schuil

De bezorgde vragen van de miljardairs aan Rushkoff zijn volgens Walter Seidel volstrekt legitiem.  De historicus aan de Princeton University heeft voor zijn boek  The Great Leveler(2018) grootschalig historisch onderzoek gedaan. Daaruit blijkt dat landen met een hoge ongelijkheid een lagere kwaliteit van sociale verhoudingen hebben. Dat komt tot uitdrukking in meer agressie en meer angst, minder vertrouwen en minder deelname aan het gemeenschapsleven. Seidel waarschuwt dat perioden van extreme sociale ongelijkheid pas worden afgesloten na een catastrofe, zoals een opstand of een oorlog.

De klimaatcrisis, die zich dit jaar nog weer heftiger aan ons etaleert dan vorig jaar, maakt duidelijk dat Seidel’s scenario wel eens bewaarheid kan worden. Verdachtmakingen en polarisatie kunnen wij ons niet (meer) veroorloven. Wij  moeten onze vooroordelen afleggen en met elkaar de dialoog aangaan.

Het probleem dat op tafel ligt heet ESG – dat staat voor Environmental, Social & Governance. Ze vormen de polycrisis van onze tijd. De E, zo zou je kunnen zeggen, staat voor de klimaatcrisis, de S voor de sociale crisis en de G voor de leiderschapscrisis. Samen vormen ze het probleem, maar samen dragen ze ook de oplossing in zich. Nu is het alleen nog een kwestie van de moedige, wijze en besluitvaardige mensen samen om de tafel zien te krijgen.

Foto: Brandend superjacht tussen Ibiza en Formentera, juni 2023. Bron: onbekend.