Het multinationale bedrijfsleven is overvraagd. Het heeft zoveel op zijn bord dat het zonder een heffing op zijn CO2-voetafdruk niet zal versnellen op het terrein van verduurzaming.
Die conclusie valt te trekken uit een onderzoek dat de Boston Consulting Group (BCG) samen met Insead Corporate Governance Centre en Heidrick & Struggles heeft uitgevoerd. Naast de implementatie van ESG-criteria schreeuwen thema’s als kunstmatige intelligentie, geopolitiek onzekerheid en wet- en regelgeving om de aandacht van de top. Dat blijkt uit The Role of the Board in the Sustainability Era. Deze worsteling is een wereldwijd probleem, ongeacht de lokatie waar de onderneming haar hoofdkantoor heeft.
De initiatiefnemers van de studie stellen dat de oplossing voor deze patstelling gevonden kan worden in een nieuwe samenstelling van de board en een lang-termijnperspectief. Daarnaast moet een diepgaande studie plaatsvinden naar de effecten van verduurzaming op de business.
Tot slot is leiderschap nodig, zodat de verschillen van inzicht overwonnen kunnen worden. Daarbij moet vooral de vraag worden beantwoord hoe klimaatrisico’s en energiebehoefte in lijn kunnen worden gebracht met de eisen die het stakeholderskapitalisme op dit moment stelt.
Diepgaande strategische discussies beperkt
Uit het onderzoek komt naar voren dat bestuurders maar beperkt diepgaande strategische discussies met elkaar voeren. Vooral de integratie van duurzaamheid in de strategie kost de bestuurders veel hoofdbrekens. Als het onderwerp aan de orde komt, dan is dat vooral in de context van activistische aandeelhouders of als gevolg van druk van overheden en wet- en regelgevers.
Van de 879 bestuurders en commissarissen die via een enquete zijn ondervraagd, zegt 66 procent dat duurzaamheidsoverwegingen volledig in de strategie zouden moeten worden opgenomen. Tegelijkertijd zegt niet meer dan 38 procent dat dit nu ook daadwerkelijk het geval is. Slechts 30 procent van de ondervraagde bestuurders erkent dat duurzaamheid bij hun bedrijven is opgenomen in de besluitvorming over investeringen.
De meeste bestuurders weten niet goed waar de mogelijkheden liggen voor hun bedrijven om zowel het goede te doen als daar zelf voor de onderneming ook voordeel uit te halen. Dat zegt de Nederlander Ron Soonieus, die namens BCG mede-auteur was van de studie.
Weinig impact op financiële resultaten
Het gebrek aan een vooruitziende, anticiperende blik wordt mede veroorzaakt door het feit dat de klimaatrisico’s tot dusver nog maar beperkte invloed hebben op de financiële resultaten van de ondernemingen. Mede hierdoor worden de duurzaamheidsvereisten niet, of nog maar beperkt, meegewogen in de persoonlijke beoordeling van de bestuurders.
Het onderzoek bestond uit een enquete onder 879 bestuurders van bedrijven uit 45 landen in Europa, de VS en Azië. Daarnaast hebben 10 rondetafelgesprekken plaatsgevonden met meer dan 200 van de bestuurders.
De relatief geringe aandacht van bestuurders voor de mate waarin hun bedrijven zich voegen naar de eisen die toezichthouders aan hen stellen komt mede doordat vooralsnog de CO2-uitstoot (bekend als de CO2 voetafdruk) – nog – geen impact heeft op de waardering van deze beursgenoteerde bedrijven.
De Franse management consultant Axylia heeft in 2021 het plan opgevat om een index te lanceren die rekening houdt met de CO2-voetafdruk van in Frankrijk genoteerde beursfondsen. ‘De huidige indices zijn gebaseerd op marktkapitalisatie, maar weerspiegelen niet de milieu-impact van bedrijven’, legde Axylia, een specialist in verantwoord financieren, toen uit.
Wat als CO2-voetafdruk wel belast wordt
Het bedrijf lanceerde zijn Vérité 40 Index. Daarin werden uit het bestaande universum van 130 beursfondsen 18 Franse bedrijven werden uitgesloten. Hierbij ging het onder meer om Airbus, Alstom, BNP Paribas, Crédit Agricole, Saint Gobain en Total Energies.
Concreet betekent dat dat het niveau van de CO2-uitstoot van een bedrijf wordt vastgesteld en dat berekend wordt hoeveel deze uitstoot zou kosten als de prijs van een ton koolstof zou worden vastgesteld op 108 euro (zoals aanbevolen door het IPCC). Er is rekening gehouden met directe en indirecte emissies en met de uitstoot door het gebruik van producten die door het bedrijf worden verkocht.
Vervolgens worden deze kosten afgetrokken van de bedrijfsresultaten van de onderneming en wordt de beurswaarde geschat om de index te kunnen samenstellen. Volgens de berekeningen van Axylia komt minder dan de helft van de grote Franse beursfondsen bij de berekening van de prijs voor de CO2-voetafdruk tot winst voor belastingen.
Vérité 40 index
De top 40 bedrijven worden beoordeeld op een schaal van A tot F op basis van hun blootstelling aan koolstofrisico (zie taartdiagram links). Opgenomen zijn bedrijven in de Verité 40 met de middelen om winstgevend te zijn in geval van een prijs van 108 euro per ton koolstof. Dat geldt ondermeer voor beurslieveling LVMH, maar ook voor Sanofi en L’Oréal. Euronext sloot zich ook aan bij de nieuwe Vérité 40 index.
‘De winst vóór belastingen van olieconcern Total was niet evenredig met zijn koolstofvoetafdruk’, legde Vincent Auriac, voorzitter en oprichter van Axylia, in 2021 bij de presentatie van de index uit. Daarentegen werd door een daling van de beursprestaties van Danone eerder afscheidgenomen van zijn illustere CEO, Emmanuel Faber. Aanleiding was dat hij doelwit was geworden van activistische aandeelhouders. Axylia heeft echter berekend dat sinds Faber aan het hoofd van de groep stond, de CO2-gecorrigeerde waarde van het aandeel in drie jaar tijd met 48% was gestegen.
‘Als we niet alleen kijken naar de traditionele indicatoren, maar ons blikveld verbreden, zien we dat de inspanningen die voortkomen uit een strategie gericht op duurzame transitie hun vruchten afwerpen’, verklaarde Auriac.
Ondanks de moeite die beursfondsen volgens het onderzoek van BCG hebben met de berekening van de CO2-voetafdruk wordt er wel enige vooruitgang geboekt. Een studie uit 2013 liet zien dat de grote beursfondsen niet winstgevend zouden zijn als zij zouden moeten afrekenen op basis van hun CO2-voetafdruk.
Hoewel de CO2-voetafdruk van bedrijven nog niet belast wordt, is het bedrijfsleven per 1 juli van dit jaar wel verplicht de CO2-voetafdruk van hun medewerkers in kaart te brengen en op basis van een Europese richtlijn in de jaarverslaggeving op te nemen. Dit is de zogenoemde Non-Financial Reporting Directive.
Wil je op de hoogte blijven van nieuwe analyses en opiniestukken, podcasts, boekentips en nieuws schrijf je dan in voor de tweewekelijkse nieuwsbrief.